Faalangst is een veel voorkomende reden voor aanmelding van kinderen bij mijn praktijk. Faalangst is er in verschillende gradaties; kinderen kunnen bijvoorbeeld blokkeren tijdens toetsmomenten. Hebben ze het wat sterker, dan hebben ze ook moeite als ze nieuwe lesstof krijgen aangeboden. Heeft een kind het nog sterker, dan denkt het bij alles wat het “moet”gaan doen: ik kan het toch niet. Ze blokkeren dan; doen maar helemaal niets, gaan zweten en willen zo snel mogelijk weg uit de situatie.
Faalangst zie ik vaak bij gemiddeld tot hoogbegaafde kinderen, kinderen die goed kunnen denken. Zo goed, dat ze in tijden van stress (een toetsmoment bijvoorbeeld) net iets teveel gaan doen van dat waar ze goed in zijn: nadenken! Piekeren wordt het dan en piekeren is angst! Ze stoppen precies op een rotmoment: het moment dat ze nare gedachten over zichzelf hebben (ik kan het niet) en blijven daar dan heel lang in stilstaan (of zitten). De nare gedachten worden er alleen maar erger van en aanmoediging om even door te zetten want “je kan het wel!” komt niet binnen.
Een kind met faalangst stelt hele hoge eisen aan zichzelf. Een werkblad zonder een enkele fout is foutloos dus goed. Eén fout erop en het is dus niet goed, dus fout! Zo zwart-wit werkt het in het brein van een kind met faalangst. Een hoge lat geeft soms heus wel succes, maar meestal niet, dus wordt er vaak gefaald. Zo houd een kind met faalangst weinig zelfvertrouwen over. Als ik werk met een kind met faalangst dan werk ik dus ook aan zijn zelfvertrouwen. In plaats van dat ik zeg: fouten maken mag! Zeg ik: “fouten maken is de bedoeling! Het is niet gezond als een kind geen fouten maakt. Perfecte mensen bestaan niet en volgens mij ben jij een mensenkind!”.
Kinderen overzien vaak niet dat ze middenin hun faalgevoelens stoppen met handelen en daardoor hun probleem en gevoelens opblazen tot gigantische proporties. Als hun inzicht hierin vergroot, dan kunnen ze er voor gaan kiezen om zichzelf door het faal-gevoel-moment heen te werken door gewoon door te gaan met de opdracht en zich niet te laten afleiden door gevoelens die best kunnen wachten tot later op de dag. En als je dan een opdracht toch ineens met succes hebt afgerond, dan blijkt er van nare faal-gevoelens opeens verrassend weinig over!
Comments are closed.