Een kind dat vier wordt gaat opeens naar school. De wereld wordt groter, de kinderen om haar heen zijn groter. Zeker wanneer een kind als oudste kind van het gezin voor het eerst naar de kleuterklas gaat, dan is dat soms best een heftige ervaring. Allemaal nieuwe indrukken die een plek moeten krijgen. School is gestructureerd en de leerkracht houdt het nieuwe kind natuurlijk wel in de gaten, maar dat kan maar tot op zekere hoogte in een grote groep. Al met al zijn er veel indrukken die het kind alleen moet verwerken en waar de ouder dus niet echt weet van heeft.
Het is een voordeel als een kind open is en mededeelzaam over wat het meemaakt. Zo kun je als ouders met het kind meedenken en help je het kind de indrukken een plekje te geven doordat het ventileert. Maar lang niet alle kinderen zijn open. En een grote hoeveelheid nieuwe indrukken kunnen bij een gesloten kind tot gevolg hebben dat het zich opeens anders gaat gedragen: de clown gaat uithangen, drukker wordt, boze buien krijgt, nog meer in zichzelf keert. Hiermee wordt het kind nog moeilijker te bereiken.
Ik zie dan ook vaak dat bij kinderen in mijn praktijk bepaalde problemen hun oorsprong hebben in deze prille kleutertijd, waarin een kind vanuit een soort noodweer bepaald gedrag is gaan ontwikkelen en ouders onthand waren hoe dat te begeleiden. De kern hierbij is dat het kind zich bewust wordt van zijn gevoelens; gewoon heel simpel de basisemoties blij, bang, boos en verdrietig. Ik merk dat ouders vooral gewend zijn te praten over: wat is er gebeurd, wie zei wat en wat deed jij? Gevoelens van boosheid of verdriet van het kind zitten dit gesprekje hierover juist vaak in de weg, zeker wanneer het kind een gesloten aard heeft. Wanneer je alert bent op zijn gevoelens en deze kunt benoemen, eerst nog als volwassene en later het kind zelf, dan leert het kind zichzelf en de situatie begrijpen. Dat ziet er in fasen ongeveer als volgt uit:
- Je benoemd als ouder de gevoelens die je bij je kind ziet en controleert of dat klopt. Een goed hulpmiddel is werken met smileys:
- Het kind ervaart dat vaak als prettig en zal meer open komen te staan voor je hulp
- Door vaker over gevoelens te praten wordt het kind zich bewust van zijn gevoelens
- Het kind herkent zijn eigen gevoelens en zal eerder zelf om steun, hulp of troost komen vragen
- Het kind deelt meer over wat er in hem om gaat
En tot slot nog een paar “don’ts”:
- Maak de gesprekjes niet te lang. In je behoefte om “door te dringen” bij je kind is dat een enorme valkuil.
- Parkeer je eigen frustratie wanneer het niet 123 lukt. Wanneer je kind druk voelt sluit hij zijn deurtje alleen maar harder en het is niet de bedoeling dat hij extra sloten op dat deurtje zet.
- Bagatelliseer zijn gevoelens nooit! Vanuit een volwassen perspectief kunnen de kinderzorgen misschien onbenullig of onnodig lijken, voor een kind is het “real life”!
Comments are closed.