Sommige kinderen zien details, details en nog eens details. Ik noem hen echte inzoomers. Het is vergelijkbaar met een camera die alleen maar kan inzoomen, waardoor je nooit het grote geheel ziet. Soms heeft een inzoomer last van zijn eigen inzoom-kwaliteit. Dan gaat hij heel diep en lang over iets doordenken.
Zo kwam bij mij eens een jongen die heel diep doordacht over de droogte in Afrika. Hij durfde de kraan niet open te hebben zonder dat al het water opgevangen werd en later door henzelf weer gebruikt zou worden. Nou is er niets mis met een besparende levenshouding, maar deze jongen dacht zichzelf bang. Een ongebruikt papieren zakdoekje wat in een plas met water was gevallen kon je nog best op de verwarming te drogen leggen om later alsnog te gebruiken. Deze jongen was met niets anders meer bezig dan het voorkomen van schaarste in de toekomst.
Een inzoomer is vaak bloedserieus en vindt het moeilijk om hoofd- van bijzaken te onderscheiden. Hij verliest zichzelf in zijn gedachten en weet de weg dan niet meer terug, waardoor ze wat chaotisch kunnen worden en angstaanvallen kunnen hebben. Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze ook leren uitzoomen. Hun denken een halt toeroepen, zich even losmaken uit hun gedachtengang en nieuwsgierig op een afstandje gaan bekijken of de zaken echt zo zijn als ze bedacht hadden. Omdat inzoomers ook inzoomen op hun emoties (en die bloedserieus nemen) kunnen ze behoorlijk in gevoelens blijven hangen. Als een inzoomer dit van zichzelf weet, dan is hij al een heel eind! Dan heeft hij het begin gemaakt van het ontwikkelen van zijn uitzoom-kwaliteit.
Comments are closed.