Je hebt kinderen die graag bepalen wat er gaat gebeuren. Niet alleen in hun spel, ook thuis hebben ze het graag voor het zeggen. Deze kinderen willen doen wat er in hun hoofd zit en als een ouder dan een ander plan maakt, dan geeft dat altijd strijd.
Ouders gaan soms op hun tenen lopen om strijd te voorkomen en wringen zich in bochten om het kind zonder strijd toch daar te krijgen waar het heen moet (want laten we eerlijk zijn, er moet stiekem best een hoop).
Deze kinderen blinken sociaal vaak niet erg uit. Ze weten niet écht wat het betekent om rekening te houden met elkaar. De ouders van deze kinderen in mijn praktijk voelen zich soms opgelaten, omdat het beeld dat zij van hun kind schetsen zo onaardig klinkt. En dat over hun eigen kind!
Toch hoor ik het graag zoals het is. Ik denk nooit: wat een naar kind! Een reden kan zijn dat dit kind van nature of door een nare ervaring niet echt verbinding met een ander maakt. Hij weet dan niet wat dat is, dat het kan en al helemaal niet dat het iets oplevert om verbinding te hebben met een ander. Ze zijn gewend om voor zichzelf te leven.
Samen met ouders zoek ik dan uit of dat kind het altijd al zo heeft gedaan. Vaak kunnen kinderen alsnog leren wat het is om verbinding te hebben met een ander, maar dan zonder strijd. Dan zie je bij deze ruwe bolsters opeens een hele zachte, blanke pit. Heel mooi en kwetsbaar is zo’n kind dan opeens.
Op dat moment is het heel belangrijk dat de veilige ouder troost en bescherming bied. Zo leert het kind dat het niet alles alleen kan en hoeft te doen en dat ouders zijn om op te bouwen en om te koesteren. Natuurlijk zal er nog wel eens strijd zijn, maar de verbinding voert de boventoon!
Comments are closed.